Wat betekent het federaal regeerakkoord voor jou als modehandelaar?
Eind vorige week was er eindelijk witte rook en kregen we de teksten van het nieuwe federaal regeerakkoord te lezen. Samen met de experts van de UNIZO studiedienst onderwierpen we de teksten aan een grondige analyse die we graag met je delen. Op die manier heb je een overzicht van de belangrijkste maatregelen voor jou als modehandelaar.
Er zitten heel wat goede maatregelen voor onze modesector in het akkoord, maar we moeten ook behoedzaam zijn voor een aantal passages die nog niet helemaal duidelijk zijn. We hopen dan ook dat de regering bij de verdere uitwerking van het regeerakkoord rekening houdt met deze aandachtspunten als ze de geplande hervormingen tot een goed einde willen brengen.
Arbeidsmarkt en arbeidsrecht
Op arbeidsmarktniveau ligt de focus op méér flexibiliteit. Dit is noodzakelijk in deze tijd van krapte op de arbeidsmarkt. Op vraag van Mode Unie en UNIZO komen er meer en duidelijkere overuren en studentenarbeid. Studenten ouder dan 15 jaar mogen nu jaarlijks 650 uren werken tegenover 475 uur per jaar voorheen.
Een verdere uitbreiding van de flexijobs betekent echter wél dat de retail haar bevoorrechte positie als potentiële werkgever kwijtgeraakt. Het maximum jaarinkomen voor flexi-jobs wordt verhoogd van 12.000 naar 18.000 euro. Het maximum uurloon van 17 naar 21 euro. Bedragen die ook nog worden geïndexeerd. Er komt een uniforme regeling voor 360 vrijwillige en fiscaalvriendelijke overuren zonder motief of inhaalrust (waarvan 240 zonder een overloontoeslag)
Binnen het ontslagrecht zijn er diverse aanpassingen. Zo zal de proefperiode van 6 maanden opnieuw worden ingevoerd met een opzegperiode van één week. Het regeerakkoord voorziet eveneens een cumulverbod op beschermingsvergoedingen en een beperking van de ontslagvergoeding.
De werkloosheidsuitkering wordt – eindelijk! – beperkt in de tijd tot maximaal 2 jaar. Om zo snel mogelijk meer mensen aan het werk te krijgen, moeten tegen 2026 de nettolonen van alle werknemers beginnen stijgen. Het is zeker goed dat personen een finaal aanbod krijgen aan het einde van de werkloosheidsperiode. Dat daarbij ook gekeken wordt richting de sociale economie hoeft geen probleem te zijn.
Ook de aanpak van de administratieve rompslomp werd terug op tafel gelegd. Zo wordt de Federal Learning Account (FLA) afgeschaft en vervangen door een administratief minder belastend systeem. Men belooft aandacht voor het ‘only once’-principe en een vereenvoudigingsoefening voor minder rapporteringsverplichtingen en rompslomp voor kmo’s, ondermeer via een wet lagere kosten.
Het individueel opleidingsrecht wordt eveneens vereenvoudigd, bijvoorbeeld door de mogelijkheid te bieden om het na sociaal overleg te collectiviseren. En er zal geen opleidingsrecht meer toegekend worden aan bijvoorbeeld flexijobbers en studenten. De bestaande uitzonderingen voor werkgevers met minder dan 20 werknemers blijven bestaan.
Fiscaliteit
Het doel is om tegen 2029 het verschil tussen werken en niet werken naar minstens 500 euro per maand te doen groeien. Daarvoor wordt de belastingvrije som verhoogd voor iedereen die werkt, wordt de bijzondere bijdrage aan de sociale zekerheid verlaagd en de sociale werkbonus versterkt.
Voor zelfstandigen met een eenmanszaak (in hoofd- of bijberoep) komt er vanaf 2027 een ondernemersaftrek. Het bedrag hiervan staat niet in het regeerakkoord vermeld. Tevens wordt voor deze groep zelfstandigen de voorafbetalingen van personenbelasting hervormd. De belastingvermeerdering wordt afgeschaft en er komt een vijfde vervaldag.
Tegelijk stijgen ook de minimumlonen, met 35 euro in april 2026 en nog eens in 2028. De waarde van maaltijdcheques mogen tijdens deze legislatuur twee keer met twee euro worden verhoogd, van maximaal 8 euro naar maximaal 12 euro per gewerkte dag. De andere cheques, zoals ecocheques en cultuurcheques, verdwijnen.
Een meerwaardebelasting (zgn. ‘solidariteitsbijdrage’) op financiële activa, zoals aandelen en crypto, wordt ingevoerd. Die bedraagt in de regel 10% op de toekomstig (= opgebouwd vanaf het moment van de invoering van de bijdrage) gerealiseerde meerwaarde. Historische meerwaarden zijn dus vrijgesteld.µ
Pensioenen
Om de stijging van de vergrijzingskosten onder controle te brengen, voert de nieuwe federale regering ook een grondige pensioenhervorming door. Het is een grote stap vooruit dat het pensioen beter wordt afgestemd op de effectief gewerkte periodes, zodat het verschil tussen werken en niet werken groter wordt. Het is belangrijk dat wie vroeger stopt met werken door een malus wat minder pensioen ontvangt, terwijl wie langer werkt extra krijgt. Positief zijn de nieuwe stappen om de verschillen tussen de pensioenen van zelfstandigen, werknemers en ambtenaren te verkleinen aangezien die broodnodig zijn om de betaalbaarheid van de pensioenen op termijn te garanderen.
Specifiek voor zelfstandigen zijn we tevreden dat onderzocht zal worden of pensioenrechten toegekend kunnen worden voor het overbruggingsrecht. Het overbruggingsrecht is een werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen, na een faillissement, een gedwongen onderbreking (bv. brand) of de stopzetting om economische redenen.
Arbeidsongeschiktheid werknemers
Wat de aanpak van langdurig zieke werknemers betreft is het positief dat de nieuwe regering zich duidelijk engageert om mensen met een gezondheidsuitdaging weer aan het werk te krijgen. Het valt toe te juichen dat de re-integratietrajecten worden hervormd, met meer aandacht voor re-integratie bij andere werkgevers. Dit is vooral belangrijk voor kmo’s, waar de mogelijkheden voor re-integratie binnen het eigen bedrijf vaak beperkter zijn.
Wat werkgevers dan weer met belangrijke meerkosten zal opzadelen is dat na de periode van gewaarborgd loon gedurende twee maanden voor ziekte, 30% van de uitkering die vandaag ten laste van het RIZIV is, moet worden bijgedragen door de werkgever.
Kmo’s zijn uitgesloten, maar de sanctie gaat sowieso een brug te ver aangezien de werkgever in vele gevallen helemaal geen invloed heeft op de situatie. Meer langdurig zieken weer aan het werk krijgen is topprioriteit, maar we geloven niet dat extra sancties en heffingen voor de werkgevers een oplossing bieden.
Loonvorming en indexering
De loonnormwet van 2017 blijft ongewijzigd. Dit komt de concurrentiekracht van ondernemingen ten goede. Aan sociale partners zal wel worden gevraagd om een advies over een hervorming van de loonwet en het systeem van automatische indexering. Deze dialoog gaan we graag aan.
De loonkost wordt verlaagd voor de lage- en middenlonen. Daarnaast worden de minimumlonen in twee fases verhoogd. De impact hiervan op de werkgevers wordt verlicht via een compensatiemechanisme.
Jammer genoeg is er geen enkele maatregel om de loonkost en de automatische indexering aan te pakken. In 2022 hebben we vastgesteld wat de gestegen loon- en energiekost, omwille van die inflatie, kan teweegbrengen in de rendabiliteit van de ondernemingen. De afvlakking van de gezondheidsindex op 12 maanden in plaats van 4 maanden kon zorgen voor meer spreiding in de tijd van loonindexaties kunnen zorgen. Zelfs bepaalde modaliteiten van de index herzien om bij een nieuwe energieschok ondernemingen niet extra te belasten en zo het risico op afvloeiingen of faillissementen te beperken, blijkt dus onmogelijk.
De opdracht om de loonvorming te hervormen wordt aan de sociale partners gegeven. UNIZO blijft ijveren voor een duurzaamheidsindex die aardgas, vaste brandstoffen (hout) en vloeibare brandstoffen (huisbrandolie) uit de indexkorf weert.
De plusplannen worden hervormd. De maximale bijdragevermindering voor de 1e werknemer daalt van 3.100 euro per kwartaal naar 2.000 euro per kwartaal. Deze bijdragevermindering blijft onbeperkt in de tijd. De bijdragevermindering voor de 2e en 3e werknemer worden beperkt tot 12 kwartalen, in plaats van 13 vandaag. Positief is de herinvoering van de bijdrageverminderingen voor de aanwerving van een 4e, 5e en 6e werknemer. Voor de 2e tot en met 3e werknemer wordt het bedrag van de vermindering op maximum 1.000 euro gebracht, terwijl dit bedrag vandaag degressief is in de tijd en lager is voor 3e en volgende werknemers.
Economie
Mode Unie is bijzonder tevreden dat ingezet wordt op het bestrijden van oneerlijke handelspraktijkentussen ondernemingen onderling, een vraag waar we telkens opnieuw op hameren. De economische inspectie krijgt extra slagkracht om ambtshalve inspecties uit te voeren en zo oneerlijke handelspraktijken en concurrentievervalsing op te sporen die ondernemingen schaden.
Zoals vorige week breed meegegeven in de media is het cruciaal dat (mode)retailers een eerlijk speelveld krijgen ten opzichte van grote internationale keten- en internetgiganten. Oneerlijke concurrentie door multinationals die zich onttrekken aan lokale regels, belastingen en sociale verplichtingen, zet onze lokale handelaars onder druk. De versterkte controle en handhaving zijn daarom belangrijke stappen in deze strijd.
Tot slot wordt het verbod op nachtarbeid afgeschaft om concurrentieel te zijn in sectoren zoals de e-commerce. Nachtarbeid begint voortaan pas vanaf 24 uur en niet vanaf 20 uur, maar de regering maakt zich sterk dat dit moet gebeuren zonder verlies van de koopkracht voor de werknemers. Vraag is dan of de regering hiervoor de spreekwoordelijke ‘hete aardappel’ naar de sociale partners zal doorschuiven.
Binnen de 12 maanden na de start van de regering, komt er een evaluatie van het protocol tussen de federale overheid en Febelfin over het aantal bankautomaten. Op die manier moet de toegang tot cash geld voor alle burgers gegarandeerd worden, en komt er extra aandacht voor de plaatsing van bijkomende automaten om cash te storten. Ook het plaatsen van betaalautomaten in de winkel wordt mogelijk gemaakt.
Er komt een ‘totaalaanpak’ komen voor de kosten die gepaard gaan met het ontvangen van elektronische betalingen voor ondernemingen.
De wekelijkse wettelijke verplichte sluitingsdag wordt afgeschaft en de regels rond openingsuren worden versoepeld. Winkels kunnen voortaan dus 7 op 7 openblijven. Wie zegt dat winkels 7 op 7 mogen openblijven, opent uiteraard opnieuw de discussie over de zondagsopening en de arbeidswetgeving die werken op zondagnamiddag verbiedt. Mode Unie stelt zich hierbij de vraag of de sociale partners dan onderling een akkoord moeten maken over het overloon.
Wil je de volledige analyse van het regeerakkoord nalezen, dan kan dat hier.